Marieke kreeg een roeping voor West-Afrika. Na een intensieve taalstudie verblijft ze al langere tijd bij een gastgezin. De ultieme gelegenheid om kennis te maken met de lokale cultuur en gebruiken. Marieke neemt ons mee naar een dag uit het leven van Ramata (een Fulani woestijnbewoner) en deelt ook iets van haar eigen ervaringen.
Een dag uit het leven van Ramata
De dag begint als de zon op komt. Dat is rond zes uur in de ochtend. We slapen buiten dus eerst slepen we de matrassen naar binnen en rollen de klamboe op. Het ontbijt is erg simpel. Oploskoffie met veel suiker en melk en een stukje brood. Daarna is het tijd voor klusjes, alle kinderen hebben een taak. Zoals het huis en het erf vegen en de schapen en geiten eten geven. Als de kinderen naar school zijn doe ik de was. Dit doe ik met de hand en dat is best een klus! De warmte zorgt er voor dat de was binnen twee uur droog is. Vervolgens ga ik naar de markt voor boodschappen. Dit moet iedere dag aangezien ik geen koelkast heb en ik dus niets kan bewaren in deze warmte. Dan is het tijd om te koken. Ik maak een houtvuurtje en ik heb één grote pan waar ik alles in moet koken, dus het koken duurt best een tijdje. Eerst de vis bakken, dan de groente koken en vervolgens de rijst.
Na het koken neem ik een douche. Ik ruik namelijk niet meer zo fris na uren boven een warm vuurtje te hebben gehangen. De douche is buiten en bestaat uit een hokje met een gat in de grond en een emmer water die je over je hoofd kiepert. Naast de douche is een soortgelijk hokje voor het toilet. Vervolgens is het tijd voor gebed. Dit probeer ik regelmatig te doen als goede moslim.
Om twee uur ’s middags lunchen we. Dit is vaak met een groep van wel 15 personen. Vervolgens zet ik de kinderen aan de afwas. Er volgt een tijd van siësta waarin ik even kan uitrusten van het werk. Meestal lig ik ergens buiten in de schaduw en doe ik een dutje. Het is al gauw 45 graden buiten. Binnen is het door het dak van golfplaten nóg warmer. Rond een uur of vijf in de middag komt iedereen weer tot leven. Ik heb tijd om op bezoek te gaan bij de buren of ik ga naar de markt. Daarna moet het avondeten worden gekookt. Dit neemt wel een paar uur in beslag. Meestal eten we tussen negen en tien uur in de avond. Daarna praten we nog even na. Tegen elf uur legt iedereen zijn bed weer buiten en hangt zijn klamboe op. Ik ben best moe. Morgen is het weer vroeg dag!
In dit dorp waar vrouwen als Ramata dagelijks dit leven leiden mag ik Gods licht verspreiden. De dag begint vroeg en gelukkig kan ik mijn eigen ontbijt maken. Dus even echte koffie opgieten en een broodje met hagelslag.
Iedere dag van negen uur ’s ochtends tot één uur ’s middags heb ik taalles. Op het moment maken we gebruik van verhalen uit de Bijbel over Jozef, Mozes en David. Heel interessant hoe Gods wetten met betrekking tot bijvoorbeeld het slachten van een schaap in deze cultuur nog zo wordt nageleefd. Veel gebruiken uit het Oude Testament sla ik met eigen ogen gade. Het werpt voor mij een nieuw licht op de o zo bekende teksten.
Ik leef bij een gezin in huis en ’s middags eet ik met hen mee. De lunch bestaat hoofdzakelijk uit vis met rijst en groente. Na de siësta ga ik vaak bij mensen op bezoek. Zo beoefen ik de taal en mag Gods liefde verspreiden door er te zijn. Zo bezoek ik regelmatig een zieke buurvrouw en krijg ik de kans om voor haar te bidden. ’s Avonds eten we over het algemeen iets anders. Dit kunnen rijst, pasta, aardappelen en soms een beetje vlees zijn.
Omdat het leven in zo’n andere cultuur heel vermoeiend is ga ik iets eerder dan mijn gastgezin naar bed. Dit vond men in het begin erg vreemd maar nu is men er aan gewend. Het is ’s nachts nog zo’n 25 tot 30 graden, dus is het heerlijk om buiten te slapen met een windje. Soms komt er een zandstorm langs en word ik wakker met een laag zand op mijn lichaam en in mijn neus, oren en mond. Dat is het nadeel van in de woestijn wonen. Over God praten is in deze cultuur heel gemakkelijk omdat het geloof een belangrijk onderdeel uitmaakt van het dagelijkse leven.
Tot zover een dag uit mijn leven in West-Afrika!